ZOO Planckendael onderzoekt emoties en samenwerking bij bonobo’s

Doorgedreven onderzoek bij bonobo’s kan ons veel leren over de mens. Wetenschappers in ZOO Planckendael proberen momenteel samenwerking tussen bonobo’s te ontrafelen en ook hoe emoties hun beslissingen beïnvloeden.

In de zomer van 2019 opende ZOO Planckendael een nieuw bonoboverblijf. Het is gebouwd volgens de laatste inzichten over hoe bonobogroepen in elkaar zitten en hoe zij zich gedragen. Wetenschappers van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael maken daar gebruik van om voortaan nog meer onderzoek te doen. Na dertig jaar fundamenteel werk, hoofdzakelijk observaties, kunnen ze nu meer experimenteel onderzoek doen met de bonobo’s, zoals hen testjes of spelletjes laten doen. Twee onderzoeksprojecten die lopen, zijn het ontrafelen van het concept samenwerking tussen bonobo’s en hoe emoties de beslissingen van de dieren kunnen beïnvloeden. “Hierdoor kunnen we meer leren over hoe bonobo’s denken, hoe ze in groepen samenleven, hoe ze dingen leren, hoe ze dingen onthouden. Met die gegevens kunnen we onze kennis over bonobo’s en de verwantschap met vergelijkbare soorten zoals chimpansees en de mens beter leren begrijpen”, zegt Zjef Pereboom, manager onderzoek en natuurbehoud bij het Centre for Research and Conservation (CRC) van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael.

Druif of pastinaak?

Jonas Verspeek, doctoraatsstudent bij Universiteit Antwerpen, ZOO Antwerpen & ZOO Planckendael, probeert samenwerking bij bonobo’s te ontrafelen. Hij laat de dieren verschillende proeven doen en observeert hoe ze daarop reageren. “Eén van de proeven is kijken of ze het gevoel van oneerlijkheid kennen. Uit mijn eerder onderzoek in ZOO Planckendael is gebleken dat de bonobo’s druiven lekkerder vinden dan pastinaak. Tijdens de proef om het gevoel van oneerlijkheid te onderzoeken, moeten de bonobo’s een plastic stokje teruggeven. De ene beloon ik met iets lekkers, zoals een druif, terwijl de andere een minder lekkere beloning krijgt, het stukje pastinaak. Tijdens dit onderzoek heb ik al gemerkt dat sommige bonobo’s, die de minder lekkere beloning krijgen voor het uitvoeren van dezelfde taak, het stukje pastinaak teruggeven. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ze de beloning afwijzen omdat ze voor dezelfde taak eenzelfde beloning verwachten. Dit zou kunnen wijzen op een vorm van een gevoel van eerlijkheid.” Verspeek test ook of de bonobo’s bereid zijn om iets aan een ander te geven zonder dat ze er eigenlijk zelf een direct voordeel bij hebben. Door beide proeven te combineren, krijgt hij meer inzicht in hoe samenwerking bij bonobo’s in elkaar zit.

Touchscreen

Daan Laméris, eveneens doctoraatsstudent bij Universiteit Antwerpen, ZOO Antwerpen & ZOO Planckendael, onderzoekt emoties van de bonobo’s. “Emoties zijn heel subjectief en mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, heel makkelijk vertellen hoe we ons voelen. Ik probeer het met tests te onderzoeken. We weten vanuit de menselijke literatuur dat onze emoties beïnvloeden waar onze aandacht naar uit gaat, wat we onthouden en hoe we keuzes maken. Dat principe kunnen we ook bij de bonobo’s toepassen. Hoe leiden afwijkingen in hun geheugen, in hun aandacht, terug naar de emoties die ze op dat moment voelen?” Laméris introduceert een touchscreen en traint de bonobo’s met tests die uit de menselijke psychologie komen. “Een voorbeeld is een soort geheugenspel, waarbij ze foto’s te zien krijgen. Bij mensen weten we dat ze eerder foto’s zullen onthouden die emoties tonen die zij op dat moment ook voelen en bij bonobo’s verwachten we hetzelfde. Het is dus de bedoeling dat ze dezelfde foto aanklikken. Als de bonobo’s foto’s met positieve emoties beter onthouden, zouden we kunnen afleiden dat ze zich ook goed voelen.” Laméris werkt ook met een beloningssysteem om de dieren te trainen. “We beginnen met het tonen van een hele grote stip. Uit nieuwsgierigheid gaan ze die aanraken en dan krijgen ze automatisch iets lekkers. Die beloning moet hen motiveren. Daardoor gaan ze het leuk vinden om mee te doen en zo bouw ik stap voor stap op naar de tests die ik uiteindelijk uitvoer met de foto’s.”

Niet-invasief

Zowel Verspeek als Laméris werken niet-invasief en beperken de echte interactie met de dieren. Vooral de observatie is belangrijk. “Samenwerking bij bonobo’s kunnen wij als onderzoekers proberen vergelijken met hoe we de samenwerking bij de mensen zien, waarbij wij in alle mogelijke situaties, zoals bij het bouwen van steden, zien dat die samenwerking bij mensen enorm goed werkt”, legt Verspeek uit. Door die proeven rond oneerlijkheid te combineren met het onderzoek naar de bereidheid om iets aan een ander te geven, kan ik zien of ze in situaties waarin samenwerking noodzakelijk is, effectief gaan samenwerken. Je moet soms kunnen verdragen dat een ander iets meer krijgt en ook bereid zijn om iets aan een ander te geven, zonder er zelf iets aan te hebben.” Laméris hoopt uit zijn onderzoek te leren hoe emoties bij mensen zijn geëvolueerd omdat de mens zo dicht bij de bonobo staat vanuit een evolutionair perspectief. “Aan de andere kant hopen we ook dat we deze tests kunnen gebruiken om beter te begrijpen wat bonobo’s fijn vinden, waardoor we ook hun welzijn kunnen verbeteren.”