Geen ruzie bij de buren

Als moderne, vooruitstrevende dierentuinen wisselen ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael veel dieren uit met collega-dierentuinen. Het gaat dan vooral om tuinen die bij de Europese dierentuinvereniging, European Association of Zoos and Aquaria (EAZA), zijn aangesloten. De uitwisselingen gebeuren vaak in het kader van kweekprogramma’s (EEP) om genetisch gezonde populaties te behouden. Maar evenzeer om bepaalde dierengroepen in een meer natuurlijk evenwicht te houden. Om die laatste reden ontving ZOO Antwerpen in oktober 2019 drie vrouwelijke, oudere, chimpansees uit Duitse dierentuinen. ”Aan zo’n introducties gaat een heel denkproces vooraf. Je zet dieren niet zomaar bij elkaar”, legt Matthias Papies uit, curator zoogdieren in ZOO Antwerpen & ZOO Planckendael. “Naast genetica, kijken we naar de leeftijd, het geslacht en het karakter van de dieren. Het blijft onvoorspelbaar hoe dieren reageren in een nieuwe groep. Theoretisch weten we wel hoe een dier zal reageren. Dat hangt van de biologie van die soort af. Maar dat is natuurlijk bij een chimpansee heel anders dan bij een giraf, een zebra, een leeuw of een tijger. Daarom gebeuren introducties op het ritme van het dier.”

ACHTERGROND

Eén van de belangrijke functies van moderne dierentuinen is bijdragen aan natuurbehoud. Dat gebeurt onder meer in de vorm van kweekprogramma’s voor bedreigde diersoorten. Soms kunnen gekweekte dieren ingezet worden om wilde populaties te vormen of te versterken, maar het merendeel van deze programma’s heeft als doel een duurzame reservepopulatie, of een ark van Noach, op te bouwen voor het geval het met de wilde populatie volledig de verkeerde kant op gaat. Net zoals je een back-up neemt van computerbestanden. Eigenlijk hoop je die nooit nodig te hebben, maar als de computer crasht, ben je heel blij dat je ze hebt. Een tweede doel is deze populaties in te zetten voor educatie, fondsenwerving voor natuurbehoudsprogramma’s en voor wetenschappelijk onderzoek. Kweekprogramma’s worden dus niet alleen opgezet voor bedreigde soorten, maar ook voor soorten die, bijvoorbeeld door hun educatieve waarde, van groot belang zijn en zonder intensief beheer dreigen te verdwijnen uit de dierentuincollecties. Daarvoor is internationale samenwerking en nauwkeurige coördinatie van het allergrootste belang. Een individuele dierentuin kan niet op zichzelf een kweekprogramma beginnen. Dat gebeurt altijd samen met andere dierentuinen. In ons geval met dierentuinen die lid zijn van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA). Binnen die Europese dierentuinvereniging wordt geen geld betaald voor de dieren. “Openheid daarover is een heel belangrijke pijler van een moderne dierentuin. De dieren hebben hun inherente waarde van natuurbehoud. Er hangt dus geen geld aan vast. EAZA is met die reden ook opgestart in de jaren ‘80. ZOO Antwerpen was een van de stichtende leden”, zegt Papies.

HOE VERLOPEN INTRODUCTIES CONCREET?

“Wij zetten niet zomaar dieren bij elkaar. Voordat er een nieuwe aanbeveling komt om een dier binnen te halen of een dier weg te sturen, wordt naar bepaalde factoren gekeken.” Het EEP (kweekprogramma) heeft altijd een coördinator, bijgestaan door een gespecialiseerd soortencomité dat ondersteunend werkt. Dan wordt er gekeken naar de genetische karakteristieken van het dier dat weg gaat of van de dieren in de dierentuin waar een nieuw dier komt. “Passen deze dieren bij elkaar? Er wordt naar de demografie gekeken, dus naar de leeftijd en de samenstelling van de groep”, legt Papies uit.

Bij de Duitse chimpansees is er niet per se naar de genetica gekeken omdat ZOO Antwerpen niet wil kweken met de oudere vrouwtjes. “Er is dus wel gekeken naar wat voor soort vrouwtjes bij onze groep zouden passen”, gaat Papies verder. “Omdat wij een al wat oudere groep hebben, kozen we ervoor om oudere vrouwtjes uit een andere dierentuin binnen te halen. Zo brengen we onze groep met twee vrouwtjes en vijf mannen meer in evenwicht. Toen bleek dat er twee andere tuinen binnen EAZA wilden stoppen met het houden van chimpansees, namelijk de dierentuinen in Wuppertal en Nordhorn, omdat de verblijven daar volgens de huidige standaarden niet meer voldeden aan het huisvesten van chimpansees, gingen wij akkoord twee vrouwtjes uit Nordhorn en eentje uit Wuppertal naar ZOO Antwerpen te halen en bij ons in de groep te introduceren. Die twee tuinen hadden bovendien nog maar telkens twee chimpansees.”

Er wordt eveneens gekeken naar de locatie om eventuele stress te beperken voor de dieren door ze niet van de ene kant van Europa naar de andere te sturen. “Omdat chimpansees nogal ingewikkelde dieren zijn, qua sociaal gedrag en qua karaktereigenschappen is er specifiek voor gekozen, zoals we dat bij gorilla’s en olifanten ook doen, om voorafgaand aan het transport eerst onze mensen ter plaatste te sturen. We hebben een goed team dierenverzorgers die voor de dieren gaan zorgen. En die mee opvolgen hoe de introductie verloopt. Daarom zijn we dus met verzorgers naar Wuppertal en naar Nordhorn geweest om daar die dieren eerst twee dagen te leren kennen. Er zijn verzorgers van daar meegekomen om de eerste dagen de gewenning aan hun nieuwe omgeving mee op te volgen.”

Er wordt daarnaast overlegd met adviseurs van het kweekprogramma voor chimpansees. Een introductie bij dieren in dierentuinen, zeker bij chimpansees, gaat uiteraard stapsgewijs en heel langzaam op het eigen tempo van de dieren. Vaak wordt er eerst gekozen voor visueel contact aan een raam. Ook in de natuur zijn het heel erg langdurige processen als vrouwtjes van groep veranderen.

HOE HEBBEN INTRODUCTIES IMPACT?

Aan introducties gaat een heel denkproces vooraf dat gedurende het verloop kan veranderen, afhankelijk van de situatie. Het blijft onvoorspelbaar hoe dieren gaan reageren. Daarom gebeuren introducties op het ritme van het dier. Theoretisch weten we dat wel. Dat hangt van de biologie van die soort af. Maar het is natuurlijk bij een chimpansee heel anders dan bij een giraf, een zebra, een leeuw of een tijger. ”Bij roofdieren is het vaak zo dat je, zeker als je mannetjes en vrouwtjes bij elkaar wil zetten, soms beter kan wachten tot het vrouwtje loops is omdat dan het mannetje meer geneigd is om vriendelijk te zijn tegen het vrouwtje en andersom. “Dat zijn allemaal dingen die je op voorhand heel goed in de gaten moet houden.”