Van het labo naar de blauwe loper: Biobank fascineert op filmfestival

Het is eens iets compleet anders natuurlijk. Onze wetenschappers komen vaak buiten hun vertrouwde laboratorium en de dierentuinsetting, maar ze zetten zichzelf maar zelden in de schijnwerpers op een internationaal filmfestival. In het Nederlandse Nijmegen schoven twee van onze eigen experts op 18 maart met plezier aan in het panel na de afloop van een documentaire over de diepvriesdierentuin van het Amerikaanse San Diego ZOO. Zjef Pereboom beantwoordde er vragen van het publiek als manager van het Antwerp ZOO Centre for Research & Conservation (CRC), bijgestaan door Philippe Helsen, de onderzoekscoördinator van de Biobank. Hun kijk is bijzonder interessant, want uit de documentaire blijkt dat we aan de hand van genetisch materiaal uit buisjes dieren kunnen klonen en uitgestorven soorten weer tot leven kunnen wekken. We kunnen dat, maar willen, mogen, moeten en doen wij dat in Europa ook?

Geen flitsende actiescènes, geen wereldberoemde televisiesterren, maar wel stamcellen, superdiepvriezers en microscopen op het grote scherm van Cinema Lux in Nijmegen. Regisseuse Susanne Linsen maakte de documentaire ‘De Kennis van Nu: de diepvriesdierentuin’ in opdracht van de Nederlandse publieke omroep NTR en licht de inhoud graag toe. “De documentaire gaat over de Frozen Zoo, een instituut in San Diego ZOO waar ze diersoorten proberen te redden door gebruik te maken van diepgevroren genetisch materiaal. Vaak gaat het over stalen die ze al jaren geleden hebben ingevroren. De tijd staat stil voor dat materiaal.”

“We kunnen dieren klonen dankzij een Biobank, maar willen, mogen, moeten en doen wij dat ook?”

Volgens Linsen zijn er helemaal geen spectaculaire verhaallijnen of Oscar-winnende acteurs nodig om een film beklijvend te maken. “Het is heel intrigerend hoe de wetenschappers al die buisjes uit de diepvriezers halen en ze nauwgezet behandelen. Het is ook bijna niet te vatten dat je daar al die diersoorten bij elkaar hebt zitten, in minuscule buisjes. Dat huidcellen door hun ingrepen stamcellen en nadien zelfs embryo’s kunnen worden. Ik wil echt de drive en de passie van de wetenschappers tonen en hun proces meevolgen. Lukt het hen echt om dieren te klonen of uitgestorven soorten weer tot leven te wekken? Hoe reageren ze daarop? Wanneer vallen er tranen, wanneer is er euforie? De bevlogenheid en doorzetting van de wetenschappers krijgt de hoofdrol in mijn documentaire.”

Experten als meerwaarde

Ook tijdens het wetenschapsfilmfestival zelf spelen wetenschappers een hoofdrol. “Het In Science Filmfestival is echt bedoeld om wetenschap toegankelijk te maken voor het grote publiek door middel van film en kunst”, legt filmprogrammeur Rob van den Bergh uit. Beeld het je dus gerust in: een blauwe loper, premières van onvertoonde films, (silent) afterparty’s, cameraploegen die regisseurs interviewen… én wetenschappers die de films komen kaderen vanuit hun expertise. “Die extra verdiepende laag na onze filmvoorstellingen vinden we cruciaal voor In Science Filmfestival. We hoeven natuurlijk niet zoals het festival van Cannes of Venetië te zijn, we onderscheiden ons graag met de wetenschappelijke duiding en interactiviteit achteraf.”

Voor het onderwerp van de diepvriesdierentuin wisten de organisatoren meteen dat ze ZOO Antwerpen wilden uitnodigen voor het nagesprek. “Zij zijn de initiatiefnemers van de Europese Biobank, de equivalent van wat we in de film zien. Het was heel duidelijk dat de kennis en ervaring van Philippe Helsen en Zjef Pereboom een meerwaarde zouden zijn voor het publiek om dit onderwerp te verwerken.”

Kurt & de witte neushoorns

Concreet zijn er twee verhalen die Linsen gebruikt om de bijzondere werking van de Amerikaanse Biobank te illustreren. Enerzijds toont ze het verhaal van przewalskipaard Kurt, een exacte kloon van een dier uit de jaren ’80. Uit een staaltje van de Amerikaanse Biobank konden de wetenschappers een embryo maken en inplanten bij een paard. Enkele maanden later draafde Kurt als unicum rond naast zijn draagmoeder, veilig verborgen voor de bezoekers. Kurt zou – met zijn bijzondere genetische materiaal – de przewalskipaardpopulatie in het wild opnieuw genetisch diverser kunnen maken en de soort zo redden van de ondergang.

“Een embryo creëren van een uitgestorven noordelijke witte neushoorn. Of een kloon van een przewalskipaard op de wereld zetten. Dat is futuristisch en ‘Frankensteinachtig’, maar San Diego ZOO doet het wel”

Anderzijds wil Linsen laten zien hoe de wetenschappers dezelfde techniek proberen te gebruiken om de noordelijke witte neushoorns opnieuw tot leven te wekken. Daar bestaan enkel nog twee vrouwtjes van… én genetisch materiaal van de laatste overleden mannetjes. Ze volgt het verhaal van de zuidelijke witte neushoornvrouwtjes die als draagmoeders in San Diego ZOO worden opgeleid, met als doel om bij hen ooit het materiaal van de noordelijke variant uit hun Amerikaanse Biobank te kunnen inplanten en een uitgestorven diersoort weer in de natuur te kunnen zetten.

Kunnen/moeten/mogen/willen

Interessant, futuristisch en bijna ‘Frankensteinachtig’, zo reageert de zaal na de vertoning. Straf dat we dat kunnen vanuit een Biobank, is de concensus. Maar moeten we dat ook willen en doen?

“In ZOO Antwerpen en in Europa doen we dit niet”, zegt Philippe, die zelf in het genetisch laboratorium van ZOO Antwerpen werkt met de duizenden serum-, bloed- en DNA-stalen uit de Europese Biobank. “Het recreëren van een noordelijke witte neushoorn vanuit een laboratorium is een onvatbaar grote onderneming, terwijl er mogelijk een beter plan B voorhanden is. Er zijn immers nog zuidelijke witte neushoorns die dezelfde ecologische rol kunnen spelen in de natuur als de noordelijke.” Ook Zjef Pereboom vraagt het zich af: “Zetten we dan niet beter onze energie en onderzoeksmiddelen in om die soort alle kansen te geven, zonder een kunstmatige en ethisch moeilijk weg te kiezen? Die ethische discussie moeten we – ook in Europa durven hebben.” Of ook wel: “Wetenschappers kunnen bezig blijven, maar wij willen dingen doen die relevant zijn voor de maatschappij. Het filmfestival en de vragen van het brede publiek zijn op die manier een raam naar de realiteit.”

Het verhaal van ‘Kurt’ leunt meer aan bij de huidige Europese aanpak. “De Amerikaanse werkwijze die in de documentaire werd getoond, was heel erg gericht op één dier waar ze heel veel tijd, energie en geld instaken. Daar hadden ze goede redenen voor, want Kurt is een kloon van een hengst die nooit gekweekt heeft in dierentuin. Zijn staal was dus genetisch uniek ten opzichte van alle nu levende przewalskipaarden. Hij is echt een meerwaarde voor de populatie. Dat is cruciale informatie om deze werkwijze relevant te maken. Wij zouden in Europa nooit naar één kloon zoals ‘Kurt’ toewerken. We focussen ons met de Biobank op genetische analyse van veel meer dieren. Maar net zoals bij Kurt vertrekken wij ook vanuit de stalen van de ‘oerdieren’ uit de Europese dierentuin. Hun genetisch materiaal is heel puur en op basis daarvan zien we perfect welke dieren er al veel nakomelingen hebben en welke dieren er net unieker zijn. Door kweekprogramma’s op die laatste groep te baseren, hopen we dierenpopulaties gezond én divers te houden. Nog vóór we zouden moeten beginnen aan het creëren van een kloon van zo’n ‘oerdier’ als Kurt.”

Waar de wetenschappers van ZOO Antwerpen het sluitend mee eens zijn, is de idee van het verzamelen van stalen, hoe dan ook. “Dat is echt de focus van de Europese EAZA-insteek van de Biobank. San Diego ZOO focust eerder op hoe ze dat materiaal kunnen inzetten en manipuleren tot bijvoorbeeld embryo’s”, legt Zjef Pereboom uit. Philippe Helsen is het daar helemaal mee eens. “Je moet stalen bewaren, hoe dan ook. Je kan dit zien als soortbehoud in een vriezer. Al is het effectieve gebruik van deze stalen heel complex, zoals de documentaire ook duidelijk toont. Het unieke materiaal in onze Biobank zorgt er sowieso wel voor dat wetenschappelijk onderzoek naar bedreigde diersoorten in een stroomversnelling komt. Het klinkt mogelijks minder exotisch en heroïsch, maar de zoektocht naar een paar cruciale stalen vraagt zo geen maanden veldwerk, maar kan vandaag zo soms van achter de computer gebeuren. Als we de stalen nu niet bewaren, kan dat niet meer en is het DNA-materiaal van deze dieren of diersoorten voorgoed verdwenen. Dat moeten de kijkers heel goed begrijpen. De Biobank speelt een onmisbare rol in de conservatie van diersoorten.”

Wil je meer weten over onze Europese Biobank? Lees dan zeker ons verhaal: BIOBANK ALS BACK-UP