Bonobo's versus mens

In de zomer van 2019 opende ZOO Planckendael een nieuw bonoboverblijf. Het nieuwe gebouw is gebouwd volgens de laatste inzichten over hoe bonobogroepen in elkaar zitten en hoe zij zich gedragen. Wetenschappers van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael maken daar gebruik van om meer onderzoek te doen. Na dertig jaar fundamenteel werk, hoofdzakelijk observaties, kunnen ze nu meer experimenteel onderzoek doen met de bonobo’s, zoals hen testjes of spelletjes laten doen. Twee onderzoeksprojecten die lopen, zijn het ontrafelen van het concept samenwerking tussen bonobo’s en hoe emoties de beslissingen van de dieren kunnen beïnvloeden. “Hierdoor kunnen we meer leren over hoe bonobo’s denken, hoe ze in groepen samenleven, hoe ze dingen leren, hoe ze dingen onthouden. Met die gegevens kunnen we onze kennis over bonobo’s en de verwantschap met vergelijkbare soorten zoals chimpansees en de mens beter leren begrijpen”, zegt Zjef Pereboom, manager onderzoek en natuurbehoud bij ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael.

Achtergrond

De bedreigde diersoort komt in de natuur alleen voor ten zuiden van de Congostroom in Congo. Er leven nog maar zo’n 15.000 tot 50.000 bonobo’s. Jacht, stroperij, het verlies en de versnippering van hun leefgebied én het uitbreken van ziektes bedreigen de Afrikaanse mensapen. ZOO Planckendael speelt een sleutelrol in het kweekprogramma voor de bonobo’s. Ten eerste omdat dat al ontzettend lang gebeurt vanuit ZOO Planckendael, daarnaast ook omdat er al meer dan 30 jaar wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar bonobo’s in dierentuinen. “We onderzoeken sociaal gedrag, vooral om te weten hoe een bonobogroep in elkaar zit. We proberen op grond daarvan adviezen te geven aan dierentuinen over hoe ze hun bonobo’s op een zo goed mogelijke manier kunnen beheren. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat het welzijn van de dieren zo optimaal mogelijk is”, legt Pereboom uit. “Aan de andere kant willen we ook gewoon die bonobo’s beter begrijpen.” 

Onze bevindingen in ZOO Planckendael combineren we met resultaten van onderzoek op bonobo’s die in Congo in de natuur leven. Zo weten we bijvoorbeeld dat jonge vrouwtjes op het moment dat ze volwassen worden uit de groep vertrekken om inteelt te voorkomen. Dat principe kopiëren we eigenlijk in het beheer van bonobo’s in dierentuinen. “Op het moment dat een vrouwtje tekenen begint te geven dat ze reproductief wordt - dat ze zich kan voortplanten - besluiten wij haar te verhuizen naar een andere groep, waar ze niet met haar broers of vader samenzit.”

Een belangrijk deel van ons onderzoek is meer gericht op fundamenteel wetenschappelijke vragen, waarbij de wetenschappers proberen de bonobo’s als soort beter te leren begrijpen vanuit evolutionair perspectief. “Omdat de bonobo nog altijd de diersoort is die, net als chimpansees, het meest verwant is aan de mens kunnen we door deze studies ontzettend veel leren over onszelf als mens en onze eigen evolutionaire geschiedenis”, aldus Pereboom. Dat onderzoek doen we niet enkel in ZOO Planckendael, maar sinds 2013 werkt ons team wetenschappers ook weer in het veldstation LuiKotale in DR Congo, dicht bij de zuidwestelijke grens van het Salonga nationale park. Daar richt het onderzoek zich voornamelijk op de socio-ecologie van in de natuur levende bonobo's, waarbij we bekijken hoe bonobo’s zich gedragen in een ecologische setting. Die studies richten zich enerzijds op hoe bonobo’s gebruik maken van, en welke rol ze spelen in het regenwoud. Bovendien bestuderen we sociale netwerken, seksueel gedrag, agressie en verzoening, nestbouw, het gebruik van werktuigen, en hun voedingspatronen.

In ZOO Planckendael richt het onderzoek zich vooral op een experimentele aanpak om meer te weten over de onderliggende sociale en cognitieve processen bij bonobo’s. Meer concreet proberen we te achterhalen hoe het zit met sociale verhoudingen bij bonobo’s. Hoe werkt competitie en samenwerking, kennen ze concepten als (on)eerlijkheid en onzelfzuchtigheid (of eerlijk delen), hoe maken bonobo’s bepaalde keuzes, en welke rol spelen persoonlijkheid en emoties daarbij? 

HOE VERLOOPT HET ONDERZOEK CONCREET?

Jonas Verspeek, doctoraatsstudent bij Universiteit Antwerpen, ZOO Antwerpen & ZOO Planckendael, probeert samenwerking bij bonobo’s te ontrafelen. Hij laat de dieren verschillende proeven doen en observeert hoe ze daarop reageren. “Eén van de proeven die ik doe, is kijken of ze het gevoel van oneerlijkheid kennen. Uit mijn eerder onderzoek in ZOO Planckendael is gebleken dat de bonobos druiven duidelijk lekkerder vinden dan pastinaak. Tijdens de proef om het gevoel van oneerlijkheid te onderzoeken, moeten de bonobo’s een plastic stokje teruggeven. De ene beloon ik met iets lekkers, zoals een druif, terwijl de andere een minder lekkere beloning krijgt, het stukje pastinaak. Tijdens dit onderzoek heb ik al gemerkt dat sommige bonobo’s, die de minder lekkere beloning krijgen voor het uitvoeren van dezelfde taak, het stukje pastinaak teruggeven. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ze de beloning afwijzen omdat ze voor dezelfde taak eenzelfde beloning verwachten. Dit zou kunnen wijzen op een vorm van een gevoel van eerlijkheid.” Verspeek test ook of de bonobo’s bereid zijn om iets aan een ander te geven zonder dat ze er eigenlijk zelf een direct voordeel aan hebben. Door beide proeven te combineren, krijgt hij meer inzicht in hoe samenwerking bij bonobo’s in elkaar zit. 

Sommige bonobo’s willen dezelfde beloning voor dezelfde taak. Dat wil dus zeggen dat ze een zekere vorm van eerlijkheid kennen

Daan Laméris, eveneens doctoraatsstudent bij Universiteit Antwerpen, ZOO Antwerpen & ZOO Planckendael, onderzoekt emoties van de bonobo’s. “Emoties zijn heel subjectief en wij, als mensen, kunnen heel makkelijk vertellen hoe we ons voelen, maar aan dieren kan je dat niet zomaar vragen. Ik probeer het met testjes te onderzoeken. We weten vanuit de menselijke literatuur dat onze emoties beïnvloeden waar onze aandacht naar uit gaat, wat we onthouden en hoe we keuzes maken. Dat principe kunnen we ook bij de bonobo’s toepassen, maar dan juist op de andere manier. Hoe die afwijkingen in hun geheugen, in hun aandacht, terugleiden naar de emoties die ze op dat moment voelen.” Laméris introduceert een touchscreen en traint de bonobo’s met testjes die uit de menselijke psychologie komen. “Een voorbeeld is een soort memory spelletje, waarbij ze een foto van een andere bonobo te zien krijgen die of positieve emoties, of negatieve emoties laat zien. Na een vertraging van 20 of 30 seconden krijgen ze dezelfde foto te zien, met nog een andere foto. Het is de bedoeling dat ze dezelfde foto aanklikken. Bij mensen weten we dat ze eerder foto’s zullen onthouden die emoties tonen die zij op dat moment ook voelen en bij bonobo’s verwachten we eigenlijk hetzelfde. Als de bonobo’s foto’s met positieve emoties beter onthouden, zouden we kunnen afleiden dat ze zich ook goed voelen.” Laméris werkt ook met een beloningssysteem om de dieren te trainen. “We beginnen met het tonen van een hele grote stip. Uit nieuwsgierigheid gaan ze die stip aanraken en dan krijgen ze automatisch iets lekkers. Die beloning moet hen motiveren. Daardoor moeten ze het leuk gaan vinden om mee te doen en zo bouw ik stapje voor stapje op naar de testjes die ik uiteindelijk wil uitvoeren met de foto’s.”

Bij mensen weten we dat ze eerder foto’s zullen onthouden die emoties tonen die zij op dat moment ook voelen en bij bonobo’s verwachten we eigenlijk hetzelfde

Zowel Verspeek als Laméris werken niet-invasief en beperken de echte interactie met de dieren. Vooral de observatie is belangrijk.

HOE HEEFT HET ONDERZOEK IMPACT?

“Samenwerking bij bonobo’s kunnen wij als onderzoekers proberen vergelijken met hoe we de samenwerking bij de mensen zien, waarbij we dan toch in alle mogelijke situaties, zoals bij het bouwen van steden, zien dat die samenwerking bij mensen enorm goed werkt”, legt Verspeek uit. Door die proeven rond oneerlijkheid te combineren met het onderzoek naar de bereidheid om iets aan een ander te geven, kan ik zien of ze in situaties waarin samenwerking noodzakelijk is, effectief gaan samenwerken. Je moet namelijk in bepaalde situaties kunnen verdragen dat een ander iets meer krijgt dan jijzelf en op een ander moment ook bereid zijn om iets aan een ander te geven, zonder er zelf iets aan te hebben.” 

Laméris hoopt uit zijn onderzoek te leren hoe emoties bij mensen zijn geëvolueerd omdat de mens zo dicht bij de bonobo staat vanuit een evolutionair perspectief. “Aan de andere kant hopen we ook dat we deze testjes kunnen gebruiken om beter te begrijpen wat bonobo’s wel of niet fijn vinden, waardoor we dit uiteindelijk kunnen toepassen om hun welzijn beter te maken.”