Mag ik een haartje van je?
Mag ik een haartje van je? Op het eerste zicht misschien een vreemde vraag. Maar weet je hoeveel wetenschappelijke informatie er in dat ene haartje op je hoofd zit? De wetenschappers van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael verzamelen haartjes van goudkopleeuwaapjes. Met de informatie uit die haartjes brengen we in kaart hoe deze aapjes genetisch aangepast zijn aan hun omgeving. In Brazilië raken verschillende groepen goudkopleeuwaapjes namelijk geïsoleerd door de kap van het Atlantisch kustwoud. Belangrijke genen kunnen niet meer worden uitgewisseld, wat leidt tot een sterke vermindering van de genetische diversiteit en uiteindelijk uitsterven tot gevolg kan hebben. Tot nu verzamelden we die haren in ons veldstation in Brazilië door de aapjes te vangen. Nu testen we met de dieren in ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael een opstelling waar de aapjes door kokers lopen waar een kleefrollertje inhangt. Spelenderwijs verzamelen we zo hun haren. We testen dit systeem hier, om het dan straks ook in Brazilië te kunnen gebruiken zonder de aapjes te verstoren.
Hoe verloopt het onderzoek concreet?
We bestuderen in Bahia, Brazilië, groepen goudkopleeuwapen in hun natuurlijke leefomgeving. De apen worden bedreigd door de almaar toenemende ontbossing van hun leefgebied, wat ertoe leidt dat groepen leeuwaapjes vast komen te zitten in kleinere bosfragmenten. De isolatie zorgt ervoor dat het ook moeilijker wordt om een niet-verwante partner te vinden, met inteelt als gevolg. Hierdoor kunnen belangrijke en zeldzame genen verdwijnen en populaties kunnen zelfs genetisch van elkaar gaan verschillen. Ons recent onderzoek, dat we uitvoeren samen met Braziliaanse onderzoekers, toont alvast dat populaties goudkopleeuwapen in verschillende delen van het verspreidingsgebied inderdaad genetische verschillen vertonen. Dit kan veroorzaakt zijn door fragmentatie van het bos, maar een andere hypothese is dat die genetische verschillen een gevolg zijn van aanpassingen aan de snel veranderende omgeving, zoals het leven in veel warmere, drogere gebieden dan andere populaties. Om te achterhalen waardoor deze verschillen veroorzaakt worden, zijn er stalen van die dieren nodig en moeten we een gedetailleerde analyse uitvoeren van het genoom, de volledige genetische code van de soort. Het DNA voor die analyses halen we uit haarstalen.
De testen die we al uitvoerden zijn veelbelovend
In ZOO Planckendael zetten we een nieuwe techniek op punt te stellen om met behulp van haarvallen stalen van goudkopleeuwaapjes te verzamelen zonder daarvoor de dieren te moeten verdoven. De dieren worden in een koker met lekker voedsel gelokt. Wanneer ze er doorheen lopen, blijven hun haren achter op een kleefroller die in de koker hangt. De testen die we al uitvoerden zijn veelbelovend, maar de uitdaging is nu om voldoende DNA uit de haren te halen in ons labo. We testen de proefopstelling en passen hem aan, tot hij klaar is om gebruikt te worden in ons veldonderzoeksproject, BioBrasil in Brazilië.
Hoe heeft het onderzoek impact?
De DNA-gegevens laten ons toe te achterhalen hoe deze dieren zijn aangepast aan het klimaat en het landschap in hun natuurlijke habitat. Want naast menselijke factoren, zoals de ontbossing, bedreigt ook klimaatsverandering het leefgebied van de apensoort. Eens we weten waar in het genoom we moeten kijken om deze aanpassingen te vinden, kunnen we de informatie ook gebruiken voor een beter beheer van de overblijvende natuurlijke populaties in een veranderende omgeving.
Het kan zijn dat dieren die genetisch aangepast zijn aan een drogere leefomgeving niet voldoende aanwezig zijn in een bepaalde regio
Het kan bijvoorbeeld zijn dat we zien dat dieren die genetisch aangepast zijn aan een drogere leefomgeving niet voldoende aanwezig zijn in een bepaalde regio. Normaal zouden de dieren zichzelf voldoende kunnen verspreiden, maar door de versnippering van hun leefgebied is dat niet altijd mogelijk. Om dit op te lossen, moeten we misschien groepen dieren, die de nodige genetische aanpassingen wél hebben, verplaatsen naar die genetisch armere gebieden. Op die manier kunnen we daar de genetische diversiteit versterken, waardoor de populaties zich gemakkelijker kunnen aanpassen aan klimaatsverandering.