Slanke bonobo’s hebben slanke ouders
“Je bent wat je eet!” hoor je mensen vaak zeggen. Maar toch kunnen sommige mensen eten wat ze willen, terwijl bij anderen de weegschaal na het kleinste koekje omhoogschiet. Hoe komt dat? Veel heeft te maken met wat je eet en hoeveel je beweegt, maar er is meer aan de hand dan dat: je kan bijvoorbeeld een genetische aanleg hebben tot over- of ondergewicht. En bij bonobo’s is dat net zo.
Bonobo’s hebben ook last van overgewicht
In dierentuinen bestaat het dieet van bonobo’s voornamelijk uit groenten en fruit, een gezond dieet dus. Maar ondanks dat ze hetzelfde dieet krijgen, kan je in één dierentuin zowel bonobo’s met overgewicht als met ondergewicht tegenkomen. Dieet lijkt dus niet alles te verklaren, en dus rijst de vraag of er bij bonobo’s, net zoals mensen, een genetisch aspect meespeelt.
Bonobo’s op de weegschaal zetten is nog niet zo simpel
Bij mensen is het meten van onder- of overgewicht (of, in het algemeen, hoeveel relatief vet een persoon heeft) gemakkelijk: je vraagt ze om op een weegschaal te stappen, meet hun lengte, en je berekent hun BMI, wat dan een weergave is van hun relatieve vetmassa.
Bij bonobo’s is dit niet zo eenvoudig: een bonobo op een weegschaal krijgen, en dan ook nog eens lichaamsmaten nemen, kost veel tijd en moeite. Gelukkig bestaan er alternatieven. Zo kan je de relatieve vetmassa van een bonobo inschatten met behulp van een visueel scoringssysteem. Hierbij vergelijk je een bonobo met verschillende gestandaardiseerde illustraties die telkens een verschillende categorie van relatieve vetmassa voorstellen (zie Figuur hieronder voor een aantal voorbeelden). Zo kan je elke bonobo een score tussen 1 (extreem ondergewicht) en 10 (extreem obees) geven. Op deze manier schat je snel en eenvoudig in of een bonobo een normaal gewicht, of onder- of overgewicht heeft, zonder dat een weegschaal nodig is.
Het zit in de familie
We scoorden alle bonobo’s die in Europese dierentuinen leven met behulp van dit scoringssysteem. Het goede nieuws is dat bijna driekwart van de Europese populatie een normaal lichaamsgewicht had.
Wel opmerkelijk was dat de relatieve vetmassa van bonobo’s niet af bleek te hangen van hun geslacht, leeftijd, en zelfs niet van hun dieet. Wanneer we de stamboom van de bonobopopulatie erbij namen, werd echter duidelijk dat bonobo’s die nauwer verwant zijn een meer gelijkaardige score kregen.
Dit geeft aan dat de relatieve vetmassa van een bonobo grotendeels bepaald worden door zijn of haar genetische achtergrond. Bonobo’s hebben dus, net zoals mensen, een genetische aanleg om dik, of juist dun te zijn. “Je bent wat je eet” blijkt dus, net zoals bij mensen, ook niet helemaal voor bonobo’s te gelden.
De publicatie is hier beschikbaar